Vroeger bestond een rapport gewoon uit een opsomming van behaalde punten van enkele afgenomen proeven, met eventueel nog een bemerking van de leerkracht en daarmee was de kous af.
Nu wordt het meer een bundeling van verschillende soorten evaluaties.
Toetsen met punten blijven nog belangrijk. Maar daarnaast hechten we ook belang aan geschreven (zelf)evaluaties, foto’s, tekeningen …
Deze worden gebundeld in een portfolio (wit bestekmapje).
Deze map wordt geregeld meegegeven zodat de rapportering sneller bij de kinderen en de ouders geraakt. We willen als leerkracht, samen met u als ouder en met uw kind zelf, kijken door een ‘bredere bril’.
Enkele belangrijke inzichten:
Hoofd (= kennis en inzicht), hart (= attitudes) en handen (= vaardigheden en motoriek) worden evenwaardig geëvalueerd en gerapporteerd.
Niet enkel het afgeleverde resultaat (=product) wordt geëvalueerd maar ook de weg ernaar toe (= het leerproces).
De nadruk wordt dus gelegd op het groeiproces en dit vanuit een positieve visie op groeien/ontwikkelen.
Wij gaan de leerlingen aanleren en aanmoedigen om door zelfevaluatie een kind-eigen-kijk te leren ontwikkelen.
Vroeger evalueerde enkel de leerkracht. Nu wordt ook de leerling actief betrokken bij het evalueren van zichzelf, maar ook bij het evalueren van medeleerlingen.
Uit onderzoek blijkt dat, voor een optimale ontwikkeling, de inspraak van kinderen op hun eigen werk van
groot belang is. Daarom kiezen we ervoor dat de kinderen, voor een aantal ontwikkelvelden, zichzelf
(of soms hun groepje medeleerlingen) geregeld mondeling of schriftelijk kunnen evalueren. Zij denken hierbij na
over hun eigen handelen en/of dat van anderen en uiteraard over het uiteindelijke resultaat. Daardoor verwerven ze
een stuk ‘eigenaarschap’ van hun ‘leren’. Deze zelfevaluatie wordt aangevuld met enkele tips van de leerkracht
waarin de sterke punten benadrukt worden en de aandacht wordt getrokken op een groeipunt.
Vooraf moet voor de leerling duidelijk zijn wat precies geëvalueerd zal worden. Het focusdoel van de les wordt dan ook altijd geformuleerd bij het begin van de les.
Niet alles wat de kinderen doen of maken moet worden geëvalueerd.
Niet alles wat geëvalueerd wordt, moet worden gerapporteerd.
evalueren = beoordelen, nadenken over een resultaat, vaststellen, conclusie nemen
rapporteren = meedelen
Evalueren doen we aan de hand van het nieuwe leerplan van het katholiek onderwijs ZILL, Zin in Leren, Zin in leven.
Breed evalueren krijgt een belangrijke plaats in de dagelijkse klaspraktijk. Daardoor krijgen we een rijk beeld van wie je kind is, waar de passies en talenten liggen en aan welke zaken nog extra gewerkt moet worden.
Deelrapport: Herfst-, Winter-, Lente- en Zomerrapport
toetsenperiode Krokus
toetsenperiode Zomer
Tussentijdse rapportering van muzische en talige ontwikkeling, media in de portfoliomap.
De zuivere kennisvakken evalueren we door regelmatig toetsen af te nemen en punten te geven.
De punten worden omgezet op 10. Er wordt geen totaal op 100 gemaakt (ook niet voor de grote rapporten).
Dit is een heel bewuste keuze van de school.
Waarom?
We vinden echter dat ieder vak, ieder onderdeel evenwaardig is.
Een rapport is een ‘rapportage’ om de ouders een duidelijk beeld te geven van hun kind. Met duidelijk wordt bedoeld: verstaanbaar, meteen een beeld krijgen (en niet moeten omrekenen).
Een rapport moet duidelijk zijn voor het kind. Een kind wil ook meteen zien waar het heel sterk in is, waar het nog moet groeien.
We maken onderscheid tussen een deelrapport en een toetsenperiode.
Waarom?
Het verschil tussen deze rapporten is de hoeveelheid leerstof van taal en wiskunde. Bij een toetsenperiode wordt meerdere, nieuwe leerstof in 1 toets afgenomen.
Deze rapporten wordt gemaakt met een digitaal programma.
Wiskunde:
Bewerkingen
Getallen
Meten en metend rekenen
Meetkunde
Nederlands
Begrijpend lezen
Luisteren
Schrijven (Spelling)
Taalbeschouwing
Frans
Mondeling
Schriftelijk
Wereldoriëntatie
Godsdienst
Bij de score kan de leerkracht een bijkomende opmerking formuleren. Wij vinden dit even belangrijk als de punten. Het is dus belangrijk dat dit zeker ook gelezen wordt. In de opmerking kan je o.a. zien wat de werkpunten zijn voor je kind. De werkpunten worden altijd positief benaderd.
We willen persoonlijke en individuele informatie weergeven over en voor het eigen kind. Niet over de andere kinderen in de klas.
De totale persoonlijkheid van een mens kan je moeilijk met een cijfer uitdrukken.
Daarom geven we geen totaal op het rapport. Zo wordt de mogelijkheid om de leerlingen onderling te vergelijken tot een minimum beperkt. Het klasgemiddelde en het klasprofiel wordt om dezelfde reden niet meer gegeven.
Muzische onderdelen
Wat zegt 8/10 over een spreekoefening, schrijfopdracht, een boetseerwerkje, het zingen van een lied, een toneeltje ...?
Een cijfer geeft onvoldoende informatie over de vele criteria die bij muzische en taalontwikkeling horen. Een cijfer maakt onvoldoende duidelijk waarin het kind kan groeien om het volgende keer anders/beter te doen.
Veel van deze activiteiten worden in de klas mondeling geëvalueerd door de leerling zelf of de groep leerlingen, gevolgd door een feedback van de leerkracht.
Een aantal keer per semester zal er van deze soorten activiteiten een schriftelijke evaluatie gebeuren. Het is dan de bedoeling dat het ‘afgewerkt product’ direct meegegeven wordt naar huis, samen met de schriftelijke evaluatie zodat de leerling thuis over dit werkje of activiteit kan vertellen.
Deze schriftelijke evaluatie vind je in de portfoliomap. Op deze manier spelen we vlugger op de bal.
Sociale vaardigheden
Binnen het leerplan is er ook veel aandacht voor de socio-emotionele ontwikkeling (o.a. inlevingsvermogen, respect …), ontwikkeling van het innerlijk kompas (o.a. waardengevoeligheid en normbesef …) en de ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid.
Per deelrapport gaan we attitudes rapporteren. Deze attitudes zijn de executieve functies.
Bij aanvang schooljaar gebeurt dit nog niet, wegens 'bijsturen'.
Elke klas werkt zijn eigen beloningssysteem uit.
Bij elk rapport kan juf Janne ook attitudes voor bewegingsopvoeding en zwemmen toevoegen aan het rapport.
De zelfevaluaties hier gebeuren meestal mondeling direct na een les.
De toetsen van het deelrapport worden ter inzage meegegeven met uw kind. Zij geven een (gedeeltelijk) beeld van de opgevraagde leerstofpunten. U kunt als ouders ook zien welke delen goed gekend waren en over welke uw kind eventueel struikelde. De toetsen worden de volgende dag met uw kind meegegeven.
De toetsen van de toetsenperiode worden NIET meegegeven ter inzage met uw kind. Ze kunnen wel ingekeken worden voor of na het oudercontact.
Alle toetsen worden in het schoolarchief bewaard.
Proevenplanning
Enkel in de bovenbouw wordt een uitgebreide proevenplanning met de te kennen leerinhouden meegegeven.
Om stress en faalangs bij kinderen uit het eerste, tweede en derde leerjaar te vermijden, wordt bewust geen planning meegegeven.
In een derde leerjaar kunnen de kinderen wel thuis studeren aan wero en godsdienst.
Dit wordt tijdig aangekondigd.
Dit zijn toetsen die opgemaakt worden door een werkgroep van leraren en pedagogische begeleiders. Deze toetsen worden in nagenoeg alle vrije scholen in Vlaanderen gebruikt. Dit voor de hoofdvakken: wiskunde, taal en wero.
Deze proeven hebben tot doel de directie en leerkrachten inzicht te verschaffen in waardevolle leerinhouden, gevarieerde vormen van bevraging en het bereikte klassenpeil. Zij helpen ook de leerkracht op het einde van het schooljaar een goed, doordachte beoordeling van de leerlingen te maken en de eventueel zwakkere punten in zijn eigen didactisch handelen eerlijk en objectief vast te stellen. Deze toetsen helpen ook om schoolconclusies te maken.
Deze toetsen worden online afgenomen. Het afnemen van deze toetsen is verplicht vanuit de overheid.
Uiteraard worden deze toetsen door een kernteam (directie, zorgcoördinator, kleuterleerkracht, 1 leerkracht uit elke graad) geanalyseerd en koppelen we hieraan de nodige acties.
Twee maal per jaar worden door de zorgcoördinator en/of klastitularis toetsen van spelling, lezen en rekenen in elke klas afgenomen. Tijdens de laatste 2 weken van september en de eerste 2 weken van februari. Deze toetsen worden geanalyseerd zodat we hulp kunnen bieden die zoveel mogelijk aansluit bij de noden van het kind.
Alle resultaten en vorderingen worden bijgehouden in een klasoverstijgend leerlingvolgsysteem. Op die manier kan de leraar rekening houden met de ‘ontwikkelings- en leerhistoriek’ van het kind op school. Het kennen van de beginsituatie van het kind is een eerste stap om het juiste onderwijs aan te bieden op het juiste moment.
Deze toetsen worden nooit meegegeven ter inzage. Ouders worden wel op de hoogte gebracht van eventuele noden, aanpassingen voor hun kind na analyse van deze toetsen, dit gebeurt d.m.v. een evaluatieformulier opgesteld door onze zorgcoördinator.
Het lezen wordt bijgehouden en opgevolgd via de AVI-normering.
Op 28 april 2023 bekrachtigde de Vlaamse regering het ontwerp van decreet over de Vlaamse toetsen in het onderwijs. Het vierde leerjaar neemt dit jaar deel aan de Vlaamse toetsen.
De resultaten worden bekeken, geëvalueerd, geanalyseerd omtrent onze 'schoolwerking'.
We verduidelijken dat anderstalige nieuwkomers en leerlingen met een individueel aangepast curriculum standaard niet deelnemen aan de Vlaamse toetsen. De school kan wel beslissen om deze leerlingen toch te laten participeren wanneer dit zinvol is.